DE BASIS
- Padel speel je altijd in dubbelspel, dus 2 tegen 2.
- Het speelveld is 10 bij 20 meter en omringd door glas en hekwerk, het verschil tussen de twee wanden leggen we hieronder verder uit.
READY TO SERVE!
- De eerste service sla je vanaf de rechterkant.
- Serveren doe je onderhands nadat de bal de grond heeft geraakt.
- De service moet diagonaal in het servicevak van de tegenstander stuiten, let erop dat je het net niet raakt.
- De bal mag na de stuit tegen het glas komen, maar niet tegen het hekwerk.
- Je krijgt voor iedere service 2 kansen.
HET SPELVERLOOP
- De bal moet eerst (maximaal één keer) de grond raken voordat het hekwerk of de glaswand geraakt wordt.
- De bal mag niet voor de tweede keer op de grond stuiten.
- Het glas of het hekwerk mag wel meerdere keren geraakt worden voordat de bal wordt teruggespeeld.
- Bij het terugspelen van de bal mag je kiezen om de bal via het glas terug te spelen of hem te volleren.
- De bal mag het hekwerk niet raken voordat hij over het net komt.
- Je mag zelf het net niet aanraken.
PUNTENTELLING
- Het scoreverloop bij padel is hetzelfde als bij tennis, namelijk 15, 30, 40 en game. Bij deuce (stand 40-40) moeten twee opeenvolgende punten worden gescoord om de game te winnen.
- Padelwedstrijden zijn meestal “best-of-three”. Dat betekent dat je twee sets moet winnen met twee games verschil.
- Bij een stand van 6-6 wordt een tiebreak gespeeld, die gaat tot zeven gewonnen punten met twee punten verschil.